Category Archives: Uncategorized

Berenfluisteraar

In ben fan van Omdenken van Berthold Gunster. In één van zijn cursussen las ik: sommige mensen zien de spreekwoordelijke beren, anderen denken: hé, een weg. Deel mij maar in bij die anderen.

Wethouder Zoetman en ik zijn druk bezig om de Alliantie, de woningbouwvereniging die in Eemnes alle sociale huurwoningen in bezit heeft, over te halen de huizen energieneutraal te maken. De corporatie aarzelt en heeft twijfels bij het nul op de meter-concept. Dat is op zichzelf logisch, want het is nieuw en nog nergens in Nederland zijn 800 woningen naar nul op de meter gerenoveerd. Maar dat duurt niet lang: in Amersfoort gaat een andere woningbouwvereniging er 3.000 doen en in Zeist 2.000. De balans van de corporatie verbetert, de huurtoeslag blijft want het aantal punten stijgt niet en de investering wordt terugverdiend doordat de huurders in plaats van de energierekening een energieprestatievergoeding gaan betalen.

Als een concept nieuw is, kun je altijd mogelijke bezwaren vinden: de beren zien. Er is voor de meeste problemen een oplossing te verzinnen, maar het valt altijd tegen hoe lang dat kan duren. Types zoals ik leunen zwaar op de mensen die verstand hebben van beren, die meer geduld hebben. Toch moet je in beweging komen, want als je blijft mediteren over de problemen en bezwaren, kom je ook nergens. Mensen die focussen op de beren, zijn dus op hun beurt afhankelijk van mensen die de weg blijven zien.

Berthold Gunster heeft een gedichtje op omdenken.nl staan over de beer op de weg:

Schud hem de hand.
Zijn voornaam is Teddy.
Neem hem uit eten.
Dans met hem.
Fotografeer `m .
Word vrienden.
Voel zijn vacht.
Bewonder zijn kracht.
Het gaat goed met de wildstand.
Give him a hug!

Binnenkort hebben we een open gesprek met onze woningbouwvereniging. Dan moest ik dit gedichtje maar eens voordragen.

Het nul op de meter concept is tot achter de komma doorgerekend door de Hogeschool Utrecht. De provincie wil over vijf jaar 50.000 woningen naar nul op de meter gerenoveerd hebben. Dat staat ook in het nieuwe coalitie-akkoord. Eemnes wil daar zijn steentje in bijdragen. Politieke realiteit, die een maatschappelijke ondernemer onmogelijk blijvend kan negeren.

800 nul op de meter huurwoningen in Eemnes en 200 particuliere huizen… We moeten niet doen of er geen beren zijn, ook niet of er geen weg is. We hebben een berenfluisteraar nodig, zodat het niet onze laatste hug wordt.

Ik verheug me er op om samen met de Alliantie die rol te vervullen.

Eemnes onafhankelijk

Het artikeltje in de onvolprezen Gooi- en Eemlander had een wat andere insteek dan het persbericht. Onder de kop ‘Eemnes buitenbeentje in peiling HBEL-gemeenteraden’ schrijft de krant dat “een meerderheid van de Eemnesser gemeenteraad verwacht dat de intensievere samenwerking met Huizen, Blaricum en Laren voor de inwoners nauwelijks tot helemaal geen voordelen zal opleveren.” Om precies te zijn verwacht 46% van de raadsleden in Eemnes in redelijke mate resultaten van intensieve samenwerking, nog eens 46% verwacht er nauwelijks of helemaal niets van, en maar 8% (1 raadslid) heeft het vertrouwen dat intensievere samenwerking resultaten op gaat leveren.

Ook opvallend in de uitkomsten is, dat een meerderheid van alle raadsleden (dus van Huizen, Blaricum, Eemnes en Laren) antwoordt dat ze zich niet in het standpunt van de provincie Noord Holland kunnen vinden. Slechts dertig procent is het met de provincie eens. Het gaat dan om het standpunt dat de gemeenten intensief, niet vrijblijvend met elkaar moeten samenwerken, als opmaat voor een fusie. De vier gemeenten hebben in de herfst al samen dezelfde brief gestuurd naar Haarlem: samenwerken is prima, maar laat die opmaat liever weg.

Raadsleden hadden in Eemnes vrij breed het gevoel, dat ze een fusie worden ingerommeld. Er werd op de avond zelf ook een blij enthousiasme gesuggereerd, alsof de vier gemeenten iets heel spannends en belangrijks gaan doen. Maar er wordt al sinds jaar en dag samengewerkt; wie wel eens een uitkering heeft moeten aanvragen, weet dat je daarvoor in Huizen moet zijn. De transities in het sociaal domein vergen zeer intensieve samenwerking. Dat heeft een voordeel (professionaliteit) en een nadeel: raadsleden hebben minder in te brengen. Of je fuseert of niet, dat verandert niet. In een grote gemeente moeten raadsleden zich noodgedwongen veel meer met de hoofdlijnen en de uitgangspunten bemoeien en the devil is nog altijd in the details.

Fusie van de HBEL-gemeenten vereist eerst een antwoord op de vraag, in welke provincie die nieuwe gemeente dan ligt. Eemnes is een klein dorp maar heeft een groot buitengebied, en het is ondenkbaar dat Utrecht dat zomaar inlevert. De gemeente in tweeën hakken is een mogelijkheid, maar er zal nog wat water voor de Eem stromen voor je dat geregeld hebt.

En de vraag die ik net zo lang zal blijven stellen tot er een antwoord komt, is: waarom eigenlijk? Je moet niet willen opschalen als het geen duidelijke, aantoonbare en concrete voordelen voor de inwoners oplevert. Het is interessant om te bekijken welke voordelen genoemd worden.

Gemeenten zouden schaal nodig hebben om uitdagingen aan te kunnen. zoals in het sociaal domein. Waar, daarom wordt de uitvoering samen gedaan. Gemeenten falen in de lobby naar hogere overheden. Dat lijkt me ook zonder fusie vrij gemakkelijk te verbeteren en eerlijk gezegd verloopt die lobby vaak langs partij-lijnen. De vergrijzing is een probleem. Ja en dus fuseren? Dat is net zoiets als het onkruid gaan wieden omdat de gootsteen overloopt. Overigens is vergrijzing geen probleem zolang de ouderen geld gespaard hebben. Het echte probleem is krimp, maar de regio is veel te populair voor krimp. De kleine gemeenten zouden duurder zijn dan een paar grote. Dat is nog nooit gebleken, ondanks enorm veel en grondig wetenschappelijk onderzoek.

Als je een grote Gooise gemeente wil maken, zorg dan dat je de argumenten hebt die de inwoners  aanspreken. Voorlopig mis ik die. Hilversum koppelt de discussie aan innovatie van het bestuur, en dan wordt het interessant. Wijdemeren (zo’n fusiegemeente, als ik Loosdrecht zeg weet u meteen waar het over gaat) zou ook te klein zijn, en zoekt nu samenwerking met Hilversum. Daarbij leunt Hilversum allesbehalve achterover. Wie weet ontwikkelt zich daar iets waarvan we in Eemnes kunnen zeggen: daar willen wij ook wel aan meedoen.

In de tussentijd ligt Eemnes in de provincie Utrecht, werken we zeer intensief samen met de andere BEL-dorpen (ambtelijke fusie) en Huizen (sociaal domein), met Amersfoort (milieu, economische zaken) en Hilversum (leerplicht, passend onderwijs). Soms is dat onoverzichtelijk, maar voordelen heeft het ook. Zo hebben we hier de belasting kunnen verlagen en hebben we een werkend klimaatbeleid, dat inspireert en nu zowel in het Gooi als in Utrecht navolging krijgt. Dat lukt omdat we slagkrachtig zijn, wendbaar en eigenwijs. Die eigenschappen maakt Eemnes onafhankelijk en als dat een buitenbeentje genoemd wordt, is dat ook goed.

Het nieuwe zwarte goud: batterijen

De Chief Technical Officer van Tesla, het bedrijf elektrische droomauto’s ontwerpt en daar zeer succesvol in is, liet zich eens ontvallen dat batterijen hem meer interesseren dan auto’s. En dat was geen grapje van deze J.B. Straubel. Een zusterbedrijf van Tesla, Solar City, gaat letterlijk en figuurlijk zonnige tijden tegemoet. De Amerikaanse markt voor zonnepanelen met batterij-opslag (Solar plus Storage), groeit van zo’n 100 miljoen naar 1 miljard in 2018. Die markt zal dus (volgens GTM Research) vertienvoudigd zijn in de komende drie jaar.

Europa zal traditiegetrouw wel iets achterlopen, en 1 miljard is nou ook weer niet zoveel. Maar nu we in Eemnes grootschalig inzetten op zonne-energie, is het hoopgevend om te zien dat het grote nadeel van zonnepanelen aan het verdwijnen is. Dat nadeel was dat electriciteit uit zonne-energie wordt opgewekt als er daglicht is, maar de vraag hoog is als de lampen thuis aangaan. Een aardgascentrale kan stroom leveren als er vraag is, voor zonnepanelen en windmolens geldt dat niet. Bij Tesla’s zusterbedrijf Solar City verwachten ze dat in batterijen opgeslagen zonne-energie over vijf tot tien jaar goedkoper is dan aardgas. De technologische ontwikkeling van batterij-opslag gaat razendsnel, dankzij de massale vraag naar mobiele apparaten en de opkomst van het elektrische rijden.

Er zijn mensen die voorspellen dat het energiebedrijf zijn langste tijd gehad heeft. Want als je zelf kunt opwekken op je dak, of binnen een lokale coöperatie zoals hier in Eemnes wordt opgezet, en je kunt de stroom opslaan tot je hem nodig hebt — waar heb je dan nog een energiebedrijf voor nodig? In 2013 publiceerde de Amerikaanse branchevereniging van elektriciteitsbedrijven een rapport waarin dit gevaar voor de branche werd gesignaleerd. ‘Je kunt je een dag voorstellen dat consumenten onafhankelijk zijn van het netwerk, door batterij-opslag of microturbines,’ schreven ze.

Het ligt meer voor de hand dat het netwerk blijft, waar de consument ook voor betaalt, zodat hij kan leveren als hij teveel heeft en stroom van het net kan plukken als zijn batterijen plat zijn.

De agrarische ondernemers, de bedrijven op het bedrijventerrein, de openbare gebouwen en vele honderden woningbezitters nemen dit jaar een beslissing over zonnepanelen. De terugverdientijd is zo’n tien jaar, de levensduur van de panelen ongeveer dertig. Dan zijn ontwikkelingen in de komende tien jaar, die batterijopslag goedkoop en praktisch haalbaar maken, dus heel relevant. Lokale energie-opslag kan het enige grote nadeel van zonnepanelen snel weg gaan nemen.

Toen we alleen nog met vaste telefoons belden, was het moeilijk voor te stellen dat er huizen zonder vaste telefoonaansluiting zouden zijn. Nu heb ik thuis geen telefoontoestel meer en is zelfs de markt voor mobiele belminuten ingestort. We bellen niet meer, we whatsappen, facetimen en skypen. Bedrijven hebben zich aangepast: van nutsbedrijf in staatshanden tot moderne internetprovider. Wat voor je dit soort transities nodig hebt, is voordeel voor de markt. De omslag van fossiele naar hernieuwbare energie was lang het domein van idealisten en bezorgd kijkende wetenschappers; maar het wordt nu iets van slimme ondernemers en consumenten die elke maand meer willen overhouden voor leuke dingen. Elke dag weer is een kwartiertje daglicht genoeg voor de hele energievraag in ons dorp, ons land, ons verwende werelddeel. Er is dus meer dan genoeg. Nu alleen nog even aan het idee wennen!

Energietransitie: meer banen, ook in Eemnes

De komende jaren gaat Eemnes er iets anders uitzien. Op daken van woningen, op boerderijen en op het kantoor van de BEL-combinatie komen zonnepanelen. Op een paar zorgvuldig uitgekozen locaties worden panelen in het gras gezet. Twee kleine mestvergisters naast stallen gaan de geuroverlast in het dorp verminderen en De Biezem van biogas voorzien.

Er zijn partijen in Eemnes die daar uiterst terughoudend mee om willen gaan. Laten ze elders maar zorgen dat we droge voeten houden, redeneren zij, Eemnes moet gewoon mest uit blijven rijden en elektriciteit gebruiken die uit kolencentrales komt. Het ziet er immers allemaal zo aardig uit hier.

De Eempolder moet open en vlak landschap blijven, dat staat ook voor mij vast. Maar de gemeente is groter.  Om overal tegen te zijn, betekent dat we een enorme kans zouden missen. Bovendien zouden we achterop raken, omdat overal in het land de omschakeling naar hernieuwbare energie vorm krijgt. En dat heeft veel voordelen.

Terwijl de kale gasprijs gaat stijgen van 23 cent naar 32 cent en Nederland over een paar jaar meer aardgas importeert dan exporteert, stijgt het aandeel hernieuwbare energie spectaculair. In het jaar 2000 was het 1,4 procent. Nu is het 4,5%, in 2020 zal het op 12,4% liggen. De politiek, waarover wel eens schamper wordt gedaan, heeft daar een belangrijke rol in gehad, door belasting te heffen op uw energierekening en dat deels te investeren in hernieuwbare energie. In de komende vijftien jaar gaat het dan om een bedrag tussen de negen en achttien miljard.

Zelfs nu de VS hun steenkolen dumpen en de Saudi’s de kranen wijdopen hebben staan om Poetin een lesje te leren, haal je met zonnepanelen (of wind op zee) een rendement om van te watertanden. Duurzaamheid is geld verdienen. De lokale overheid hoeft dan ook geen belastinggeld te besteden aan het realiseren van duurzame maatregelen. Wat we moeten doen is vergunningen geven, en blijven hameren op het verhaal: in Eemnes willen we 25% klimaatwinst boeken. We kunnen als gemeente helpen door know how ter beschikking te stellen, waar nodig te financieren en door partijen bij elkaar te brengen. Tot nu toe leidt dat tot prima resultaten.

Bedrijven en gezinnen besparen zelf al op hun verbruik: landelijk zo’n 1% per jaar. Dat zie je ook terug in de CO2-cijfers: de uitstoot daalt van 213 naar 176 megaton in 2020. Dat is 17%. Wij hebben de kiezers 25% beloofd, wat betekent dat we er harder aan moeten trekken dan andere gemeenten. Maar het heeft veel voordelen: inkomen voor ondernemers en meer banen in de buurt. Landelijk zal de transitie betekenen dat er 106.000 mensen werk hebben in de energiesector, 17.000 meer dan nu. Omgerekend naar Eemnes zijn dat tien volledige banen. Omdat we hier meer doen dan elders, en een aantal bedrijven hebben die zich speciaal toeleggen op duurzame energie, hebben we het al snel over vijftien arbeidsplaatsen.

En zolang we in deze gemeente nog elk jaar vier ton meer uitgeven aan sociale uitkeringen dan we van het rijk ontvangen, zal ik me blijven inzetten voor die transitie, rekening houdend met het open landschap in de Eempolder.

Laren krijgt het duurzaamste zwembad van Nederland

Zo’n 10% van de totale broeikasgas-reductie die Eemnes in 2020 gerealiseerd wil hebben, komt van één enkel project: een WKK in De Biezem, gestookt op biogas uit mestvergisting. Dat is goed nieuws voor het klimaat en goed nieuws voor de veehouders in Eemnes: zij gaan een mooi rendement maken op het biogas. En met dalende melkprijzen is dat meer dan welkom.

In mest zit methaan, een broeikasgas dat 22 keer meer opwarming veroorzaakt dan CO2. Vandaar dat het verbranden van methaan lekker opschiet. In een warmte-krachtkoppeling (WKK) wordt elektriciteit opgewekt. Daar komt veel warmte bij vrij. Normaal staat die WKK bij de mestvergister, maar dan kun je met de warmte weinig beginnen. Daardoor zijn mestvergistingsprojecten vaak weinig rendabel en staan ze achterin de rij als het gaat om SDE-subsidie. Maar door de WKK in de Biezem te zetten, wordt de vrijkomende warmte ineens wat waard: het badwater en de binnenruimte wordt ermee opgewarmd. De mestvergisting wordt rendabel en de SDE-subsidie telt mee. In negen tot tien jaar is de investering terugverdiend. Daarna staan de vergisters nog zeker twintig jaar geld op te leveren.

De kleine monovergisters verminderen de geuroverlast, omdat de mest niet meer wordt uitgereden. Het transport van het biogas van de boerderij naar de Biezem, gebeurt door een ondergrondse pijpleiding.

Het project is uniek in Nederland, maar in Duitsland draait er al jaren een openbaar zwembad op biogas uit mestvergisting. Er zijn ook mogelijkheden voor uitbreiding: door het biogas te zuiveren van CO2, kun je het leveren aan het aardgasnet. Een meter ertussen en de kassa kan gaan rinkelen.

Het bestuur van De Biezem bestelt deze weken de WKK, die zowel op aardgas als op biogas kan draaien. Een technisch adviesbureau rekent de exploitatie voor de veehouders nog eens nauwkeurig door. En als daar geen onverwachte zaken uitkomen kunnen de inwoners van Eemnes, Laren en Blaricum trots zijn op het duurzaamste zwembad van Nederland. Want De Biezem krijgt ook nog eens slimme luchtcirculatie, LED-lampen en wamteterugwinning.

Back in business

Op 1 oktober belde de huisarts: dat ik even langs de eerste hulp moest omdat er iets niet goed was met mijn bloed. Nu is het half december en kan ik weer aan het werk. Iedereen bezweert me om rustig aan te doen, dus dat doe ik dan maar; hoewel ik me altijd afvraag wat er ongezond zou zijn aan kantoorwerk. Alsof mijn ruggemerg, dat de voorraad witte bloedcellen moet aanvullen nadat de chemo ze allemaal effectief had vernietigd, door heeft of ik thuis op een stoel zit of op het gemeentehuis.
Het is een bijzondere tijd geweest. Na de diagnose volgde vrij snel de chemo, die vijf middagen in beslag nam en waar ik weinig last van had. Ik wilde weer aan de slag, maar zonder afweer het gemeentehuis binnenlopen bleek geen goed idee. Ik kreeg tot twee keer toe koorts en dat betekende naar het ziekenhuis, waar ze je dan een week houden, al was ik beide keren snel koortsvrij. Je leert een afweersysteem wel waarderen, als het een maandje niet functioneert.
Uit allerlei hoeken kwamen kaarten, bloemen en fruit. Dat was bijzonder om mee te maken en helpt je te realiseren dat je er niet alleen voor staat.
Het bestuur in Eemnes stond intussen natuurlijk niet stil. Mijn collega’s namen het werk over, sommige onderwerpen konden blijven liggen en ik benutte de tijd met het relativeren. Veel andere opties waren er niet.
Een voordeel is dat je de grote lijnen weer ziet. Er gingen dingen mis (de raad maakte geen keuze voor een locatie van de McDonalds bijvoorbeeld), maar er is vooral veel gerealiseerd. Sinds de verkiezingen mogen de winkels op zondag open, is er een begroting aangenomen waardoor Eemnessers tientallen euro’s minder belasting gaan betalen, wordt het bedrijventerrein bouwrijp gemaakt en denkt de provincie mee over ontwikkeling van de buitenrand van Eemnes. Ook in het realiseren van het klimaatdoel (25% CO2-reductie) zijn de eerste concrete resultaten binnengehaald. Na jarenlang juridisch getouwtrek over de Ocrietfabriek nadert de sanering zijn voltooiïng.
Ik heb ook nagedacht over mijn eigen functioneren. Een felle en confronterende stijl van vergaderen is niet altijd de effectiefste. Of ik dat in de praktijk zal kunnen verbeteren moet ik afwachten, maar ik ga het in ieder geval proberen. Wat wel blijft, is de urgentie om zaken grondig te verbeteren. Niet alleen in het bestuur, maar ook in de uitvoering moeten concrete resultaten voorop staan. Eenvoud en doelgerichtheid beperken de werkdruk en verhogen de tevredenheid bij de inwoners.
Dat zal ongetwijfeld meer tijd kosten dan ik op het eerste gezicht zou denken, net als het overwinnen van die hairy cell leukemie. Maar dat is een hele goede reden om er opnieuw mee aan de slag te gaan!

Pluizebol

Eén van de aspecten waar ik niet goed op voorbereid was toen in wethouder werd, is dat veel meer mensen wat van je willen weten dan voorheen. Even snel een pak spaghetti halen kost een stuk meer tijd dan vroeger. Dat geeft verder niet, alleen moet je niet alvast het water opzetten want dan kan het zijn drooggekookt als je thuis bent.

Dus toen het steeds duidelijker werd dat ik geen hardnekkig griepje had waar een bacterie bij was gekomen, maar een goed behandelbare vorm van leukemie, bedacht ik al snel dat het geen optie was om dat proberen stil te houden. Je zal toch ook moeten verklaren waarom je vergaderingen mist en afspraken afzegt. En ik was niet de enige Eemnesser op de afdeling.

Een enorm geluk is dat ik hairy cell leukemie heb, in het Nederlands vertaald als pluizebol leukemie. Dat is één van de best behandelbare vormen van kanker die er is. Met vijf dagen chemotherapie zijn de woekerende cellen verdwenen. Elke chemotherapie is op je tanden bijten, maar je kunt gewoon thuis zijn en vijf dagen is natuurlijk lekker kort. De kans dat de pluizebolcellen jaren later nog een keer gaan woekeren is groot, maar dan is de behandeling weer even kort en even effectief.

Ik was daarom helemaal niet zo geschrokken van het gesprek met de dokter. Die ochtend had ik een beenmergpunctie gehad en dan begin je wel wat te vermoeden natuurlijk, hoewel dat officieel nog over het uitsluiten van leukemie ging. Toen de dokter vertelde wat ik had, dat de kans van slagen van de chemo hoger dan 95% is, en dat ik niet kaal word en zo, was ik eigenlijk gewoon blij. Voor het einde van de maand genezen en aan het bijkomen van de chemotherapie, dat klinkt heel goed als je op zo’n afdeling ligt. Waar heel wat mensen veel minder geluk hebben…

Daarom dacht ik: ik zet het verhaal meteen maar op twitter en facebook, want dan kan ik er meteen bij zeggen dat het allemaal meevalt. Ik kreeg veel reacties op facebook, want ja, er staat toch leukemie. En daar heb je al snel verschrikkelijke beelden bij. Dus veel geschrokken reacties en veel aanmoedigingen om snel beter te worden. Iedereen bedankt!

De pluizebol-variant is echt beter behandelbaar dan allerlei andere vormen van leukemie. In november ben ik weer even gezond als vroeger, en moet ik alleen af en toe bloed laten prikken. Dat kan het probleem niet zijn… Dus niemand krijgt een dramatisch verhaal opgedist rond De Minnehof, als ik zeg dat het goed gaat meen ik het. Oké, je kan zoiets beter niet hebben, maar het leven zou nog leuker worden als je de Staatsloterij wint; je kunt gewoon niet alleen maar mazzel hebben.

Naar nul op de meter: nobrainer

Woensdag was op landgoed Horst in Driebergen een conferentie over de bijdrage van de Utrechtse regio in het realiseren van nul op de meter-woningen. Daar werd een doelstelling voor 2020 besproken: 50.000 woningen waar geen energierekening meer naar toegaat. Daarmee draagt Utrecht bovengemiddeld bij aan het landelijke doel. Maar volgens de Commissaris van de Koning, de heer Willibrord van Beek, kan dat best en liggen alle ingrediënten voor de neus van bestuurders en bedrijfsleven.
Ivo Opstelten (niet de minister, maar wetenschapper aan de Hogeschool van Utrecht) rekende langs allerlei wegen voor dat het investeren in bestaande woningen tot ze energieneutraal zijn, loont. Je bereikt er niet alleen klimaatdoelen mee maar het is ook gewoon geld verdienen. Voor het bedrijfsleven (er is alleen al in Utrecht 2,2 miljard te verdelen) maar ook voor de woningbezitters en de verhuurders.
De dagvoorzitter (en mijn goede vriend) Arko van Brakel hield de verzamelde bestuurders en ondernemers voor, dat je we aan het begin van de S-curve zitten. Hij heeft dat meegemaakt als internet-ondernemer. Iedereen had het er in de vroege jaren negentig over dat je met internet geld zou kunnen verdienen, maar niemand wist precies hoe. Arko begon met twee anderen Euronet en stopte het product in een doos. Letterlijk, alsof het een softwarepakket was; en hij verkocht ineens internetaansluitingen als warme broodjes. Na het platte gedeelte van de S, begon daarmee de steile weg omhoog, tot de markt weer afvlakte. Hij herkende in de energietransitie dezelfde wetmatigheden en riep het gehoor op niet te lang te wachten, maar samenwerking op te zoeken en aan de slag te gaan. Hetgeen geschiedde. Egostrelend detail was dat de directeur van Natuur en Milieufederatie Utrecht in zijn bijdrage Eemnes uitriep tot koploper in de provincie.
In een werktafelsessie bespraken we daarna hoe bewoners overtuigd kunnen worden om mee te doen. In feite is dat helemaal niet zo ingewikkeld. Het blijft individueel maatwerk, dus je zult met iedere huiseigenaar om de tafel moeten; maar je moet ook een helder verhaal hebben dat voor iedereen interessant is. Een deelnemer uit de stad Utrecht vergeleek het met een iPad: geen gebruiker heeft hem hetzelfde ingericht, maar we willen allemaal wel zo’n ding hebben. Een ander noemde de overstap naar een nul op de meter-woning een nobrainer. Je betaalt elke maand minder dan je gewend was, je hebt meerjarige zekerheid dat dit bedrag niet stijgt, de rente over je investering is aftrekbaar, het comfort van je woning stijgt, de waarde van de woning stijgt en je helpt de opwarming van de aarde afvlakken.
De ambitie van Eemnes, 200 woningen van particuliere eigenaren binnen enkele jaren, werd met enige scepsis ontvangen. Maar ik vertelde dat we al 28 geïnteresseerden hebben genoteerd, dat in mijn eigen straatje mijn buren zich met hele rijtjes tegelijk kwamen melden op een recente barbecue, en dat op Texel al een succesvol project loopt. Nul op de meter in een bestaand huis is net zo min een utopie als internet in de jaren negentig. Het is een nobrainer. Nog niet aangemeld? Het kan via http://www.eemn.es

Directeur BEL Combinatie stapt op

De BEL Combinatie is de organisatie waarin Blaricum, Eemnes en Laren bijna al hun ambtenaren hebben ondergebracht. In 2008 was dat model uniek in Nederland. Het is een Gemeenschappelijke Regeling, die bestuurd wordt door vertegenwoordigers uit de colleges van B&W in de drie dorpen. Die dorpen zijn verder zelfstandige gemeenten, wat niet onlogisch is. Zo ligt Eemnes in Utrecht en Blaricum en Laren in Noord Holland.
In 2012 volgde Inge van Zon haar voorganger op als directeur van de BEL Combinatie. Onder haar leiding vonden aanzienlijke bezuinigingen plaats, opgelegd door de politiek, die ook niet al teveel keus had. Om de kwaliteit op niveau te houden was in die omstandigheden op zijn zachtst gezegd een grote uitdaging. Nu is vriend en vijand het er wel over eens dat de BEL Combinatie een slanke organisatie is, ook als je het vergelijkt met gemeenten die evenveel inwoners hebben als de drie gemeenten bij elkaar.
Nu heeft Inge van Zon haar vertrek bekend gemaakt. Ze vestigt zich als zelfstandig adviseur, ook omdat ze een grote eerste opdracht kan gaan uitvoeren in Alkmaar. Het Dagelijks Bestuur is zich nu aan het beraden over haar opvolging.
Tegelijk mag het proces niet worden stilgelegd, waarin het verborgen potentieel wordt aangeboord. Zoals in elke organisatie bemoeien mensen van verschillende afdelingen zich met elkaar. Tot op zekere hoogte is dat nuttig en nodig, maar het heeft ook een schaduwkant: het maakt het werk minder leuk, soms zelfs frustrerend. Je hebt een mooi voorstel gecomponeerd, maar na gezeur van mensen een gang verderop kun je weer opnieuw beginnen. Waar je helemaal geen zin in hebt.
Het verborgen potentieel zit hem er in, dat de mensen van een gang verderop niet zeggen wat er anders moet, maar de aanvullingen of veranderingen even zelf doorvoeren. Van ‘mee bemoeien’ naar ‘helpen’. Dan blijft het werk voor iedereen leuker. Werkplezier is een sleutel tot productiviteit. Ook de politiek moet zich af en toe afvragen of ze zich niet teveel bemoeien met het werk van anderen.
Daarbij moeten verschillen in individuele sterkten en zwakten worden benut, niet uitgespeeld. Ik ben iemand die altijd mogelijkheden ziet, een ander ziet voortdurend beren op de weg. Vaak leidt dat tot strijd en patstellingen, maar als allebei boven de situatie kunnen gaan hangen, zie je al snel kansen voor een vruchtbare samenwerking. Ik schets de grote lijnen, een ander helpt mij de praktische problemen identificeren, ik verzin een oplossing, daar overziet de ander de implicaties weer van en zo kom je steeds dichterbij een doortimmerd plan.
Om dat soort inzichten te laten landen, loopt er een goed cultuurprogramma in de BEL Combinatie. Ook zonder de bezielende leiding van Inge van Zon zal dat doorgezet moeten worden. Want de BEL Combinatie is slank en heeft een hoge output, maar er is ook nog veel ruimte voor ontwikkeling en verbetering; en er is geen andere keuze dan die ruimte te pakken.

Actie ‘Eemnes opgewekt naar nul op de meter’ slaat aan

 

foto (3)

De campagne is nog niet begonnen (we hebben pas net een logo) en al 24 mensen hebben zich aangemeld op http://www.eemn.es. Zij willen zelf hun energie opwekken en leveren daarmee een bijdrage aan een stabieler klimaat.

Intussen loopt de research ook door. Landelijk wordt er gerekend met een verbouwing van 45.000 euro en een aflossing van 30 jaar. Voor veel Eemnessers lijkt mij dat teveel van het goede. Tweederde van dit bedrag gaat zitten in de laatste 20% van het gasverbruik. Vandaar dat ik een rekenvoorbeeld wil laten zien waarin een groen gas-contract is opgenomen voor die laatste 20%.

Een gemiddelde tussenwoning heeft een energierekening van 165 euro per maand. Daar zitten vastrechtbedragen in, maar die worden gecompenseerd door een korting op de energieheffing. Op dit huis leggen we genoeg gewone zonnepanelen om de elektriciteitsmeter op nul te krijgen. Dat is niet zo ingewikkeld. Als het donker is loopt de meter op, maar overdag loopt hij weer terug. Aan het eind van het jaar staat de teller op nul.

Tweederde van de energienota gaat op aan verwarming. Daarvoor leggen we gecombineerde panelen op het dak, die aan de achterzijde gekoeld worden. Dat is meteen goed voor het elektrische rendement. Het afgevoerde en door het daglicht iets opgewarmde water, gaat naar een warmtepomp. Daar wordt water mee opgewarmd tot 65 graden. De pomp vraagt elektriciteit, maar die komt van dezelfde panelen. Het hete water gaat naar een buffertank. Hieruit wordt de bestaande combiketel gevoed. Die merkt dat het water al heet genoeg is, en de brander floept niet meer aan. Tenzij het vriest, dan werkt de warmtepomp niet meer. Daarvoor is het groengascontract nog nodig. Dat kost gemiddeld zo’n 17 euro per maand.

De rest van wat dit gemiddelde huishouden gewend was te betalen, is beschikbaar voor rente en aflossing. Maar we rekenen maar 90%, zodat de maandelijkse lasten meteen al dalen. De aflossing duurt in dit rekenvoorbeeld dan twaalf jaar. Als er nog extra kosten gemaakt moeten worden, bijvoorbeeld de dakkapel moet naar de andere kant, dan kan er ook vijftien uitrollen.

Er zitten veel voordelen aan deze investering:
– de (lage) rente is aftrekbaar
– het huis neemt toe in waarde
– geen zorgen meer over stijgende gasprijzen
– het huis is CO2-neutraal
– installatie is voornamelijk op het dak en op zolder, weinig overlast en in een paar dagen klaar
– alle rompslomp wordt geregeld
– gezamenlijke inkoop zorgt voor de allerscherpste prijs
– (lokale) ondernemers zorgen voor extra banen

Per huis verschillen de mogelijkheden. In een groot huis waar vaak veel mensen zijn, zal de energierekening hoger zijn, dan moeten (en kunnen) er meer panelen geplaatst worden. Soms moet er geïsoleerd worden, terwijl dat in een ander huis al gedaan is. Maar in vrijwel alle gevallen geldt dat na een jaar of vijftien de energie gratis is, en in de praktijk gaan de panelen wel veertig jaar mee, waarvan 25 gegarandeerd.

Ook meedoen? Ga naar http://www.eemn.es en laat je email-adres achter. Dan ben je steeds als eerste op de hoogte.