Back in business

Op 1 oktober belde de huisarts: dat ik even langs de eerste hulp moest omdat er iets niet goed was met mijn bloed. Nu is het half december en kan ik weer aan het werk. Iedereen bezweert me om rustig aan te doen, dus dat doe ik dan maar; hoewel ik me altijd afvraag wat er ongezond zou zijn aan kantoorwerk. Alsof mijn ruggemerg, dat de voorraad witte bloedcellen moet aanvullen nadat de chemo ze allemaal effectief had vernietigd, door heeft of ik thuis op een stoel zit of op het gemeentehuis.
Het is een bijzondere tijd geweest. Na de diagnose volgde vrij snel de chemo, die vijf middagen in beslag nam en waar ik weinig last van had. Ik wilde weer aan de slag, maar zonder afweer het gemeentehuis binnenlopen bleek geen goed idee. Ik kreeg tot twee keer toe koorts en dat betekende naar het ziekenhuis, waar ze je dan een week houden, al was ik beide keren snel koortsvrij. Je leert een afweersysteem wel waarderen, als het een maandje niet functioneert.
Uit allerlei hoeken kwamen kaarten, bloemen en fruit. Dat was bijzonder om mee te maken en helpt je te realiseren dat je er niet alleen voor staat.
Het bestuur in Eemnes stond intussen natuurlijk niet stil. Mijn collega’s namen het werk over, sommige onderwerpen konden blijven liggen en ik benutte de tijd met het relativeren. Veel andere opties waren er niet.
Een voordeel is dat je de grote lijnen weer ziet. Er gingen dingen mis (de raad maakte geen keuze voor een locatie van de McDonalds bijvoorbeeld), maar er is vooral veel gerealiseerd. Sinds de verkiezingen mogen de winkels op zondag open, is er een begroting aangenomen waardoor Eemnessers tientallen euro’s minder belasting gaan betalen, wordt het bedrijventerrein bouwrijp gemaakt en denkt de provincie mee over ontwikkeling van de buitenrand van Eemnes. Ook in het realiseren van het klimaatdoel (25% CO2-reductie) zijn de eerste concrete resultaten binnengehaald. Na jarenlang juridisch getouwtrek over de Ocrietfabriek nadert de sanering zijn voltooiïng.
Ik heb ook nagedacht over mijn eigen functioneren. Een felle en confronterende stijl van vergaderen is niet altijd de effectiefste. Of ik dat in de praktijk zal kunnen verbeteren moet ik afwachten, maar ik ga het in ieder geval proberen. Wat wel blijft, is de urgentie om zaken grondig te verbeteren. Niet alleen in het bestuur, maar ook in de uitvoering moeten concrete resultaten voorop staan. Eenvoud en doelgerichtheid beperken de werkdruk en verhogen de tevredenheid bij de inwoners.
Dat zal ongetwijfeld meer tijd kosten dan ik op het eerste gezicht zou denken, net als het overwinnen van die hairy cell leukemie. Maar dat is een hele goede reden om er opnieuw mee aan de slag te gaan!

Leave a comment